Sint-Henricus lang geleden...

De voorlopers van het onderwijs in Steendorp waren twee oude vrouwtjes:
Trezeke De Schoenmaker en Marie Judoca (Teresia) De Wael.
Trezeke gaf in een kamertje achter haar winkel catechismusles aan de kleintjes. Ze leerde hen ook de eerste beginselen van lezen en schrijven. Houtskool en een tafelblad waren daarbij de enige hulpmiddelen.
De kinderen die nog niet moesten werken en verder wilden leren, kwamen daarna terecht bij Marie Judoca, die de jongens en meisjes voorbereidde op hun eerste communie en hen verder leerde lezen, schrijven en rekenen.

Toen de nood aan georganiseerd onderwijs groter werd, kwam er zowel een officieel als een privaat initiatief tot oprichting van een school: in 1864 werd de gemengde gemeenteschool opgericht met twee klassen, en in 1866 schonk burggravin Marie Vilain XIIII van Bazel de lokalen voor de vrije meisjesschool, die werd toevertrouwd aan de Zusters van O.L.Vrouw van het H.Hart van Terhulpen en later de Sint-Henricusschool zou worden.

Hoewel de gemengde gemeenteschool aanvankelijk een grote bloei kende (200 leerlingen in 1910, uitbreiding met een extra graad in 1922, een bewaarklas in 1926 en een extra graad en bewaarklas in 1930), werd de gemeenteschool in de jaren zeventig opgeheven door een tekort aan leerlingen.

Ook de vrije meisjesschool groeide snel. In 1874 werd ze overgenomen door de Zusters van O.L.Vrouw Visitatie en werd er een jongensinternaat aan toegevoegd. In 1905 richtten de Zusters van de Visitatie, op verzoek van pastoor Bijl, eveneens een vrije lagere jongensschool op, die startte met een 14-tal jongens van 6 jaar. De lessen werden door een zuster in open lucht gegeven of, bij slecht weer, in een van de klassen van de meisjesschool. Toen het aantal jongens tot 40 gestegen was, werd er een afzonderlijk lokaal ter beschikking gesteld. Vanaf 1908 werd de school officieel door de staat gesubsidieerd.

 

In 1910 gaven 10 zusters les aan een 300-tal leerlingen. Ongeveer 200 leerlingen zaten toen in de bewaarklassen. Nieuwe lokalen werden bijgebouwd en een muur werd opgetrokken om de meisjesspeelplaats te scheiden van die van de jongens.

Vanaf 1919 volgden de kostschoolgangers van het jongensinternaat ook de lessen die de zusters gaven aan de jongens van de lagere jongensschool. Maar gedurende de tweede wereldoorlog daalde het aantal kostschoolgangers sterk, omdat zowel de zusters als de leerlingen wegbleven uit angst voor de "vliegende bommen". Uiteindelijk werd het jongensinternaat bij gebrek aan belangstelling in 1946 afgeschaft.

In datzelfde jaar 1946 werden de zusters opgevolgd door 4 onderwijzers in de jongensklassen. Na deze hervorming kreeg de school haar huidige naam: de Sint-Henricusschool. Hoofdonderwijzer en eerste schoolhoofd was de heer Karel Goessens. Zowel de lagere klassen als de bewaarklassen zaten op dat moment nog steeds in de zogenaamde "benedenschool".

De Zusters van de Visitatie verlieten Steendorp in 1973 en twee jaar later werd het klooster gesloopt. In 1981 verhuisden alle lagere klassen naar de "bovenschool" (de lokalen van de vroegere gemeenteschool). De kleuters bleven in de aangepaste lokalen en speeltuin van de "benedenschool".

Gebaseerd op
"Klos en Kloter - de kroniek van 't Gelaeg" (Hans-Gerd Perdaen)
"Steendorp, o mijn duurbre grond..." (E. Felix, K. Poschet, M. Verheyen)